Dienst Burgerzaken in de kijker tijdens Villa Politica
Opiniestuk - Jan De Ridder
Woensdag 26 maart 2025, een unicum tijdens Villa Politica op VRT: de dienst Burgerzaken werd zowaar vernoemd tijdens een debat in het Vlaams Parlement. De aandachtige kijker of luisteraar moest er snel bij zijn, maar het is wel degelijk gebeurd!
Ik beken, tijdens het thuiswerken zet ik al eens graag Villa Politica op de achtergrond op. Ik zou liegen als ik beweerde dat ik dat doe om splijtende discussies tussen parlementsleden te analyseren of om de standpunten van de verschillende fracties over actuele dossiers bij te houden. Het is nu eenmaal aangenaam achtergrondgeluid, waardoor ik – op de één of andere manier – rustiger kan werken.
Goed, terug naar die befaamde discussie, waarin ik – voor zover ik weet (ik kijk en luister nu eenmaal niet naar elke aflevering) – voor het eerst de dienst burgerzaken over de lippen hoorde gaan van enkele parlementsleden. De discussie ging over de plannen van minister Verlinden om bepaalde vormen van echtscheidingen voortaan te laten registreren bij de dienst Burgerzaken van de gemeente. Minister Crevits werd hierover bevraagd door een aantal parlementsleden: “Kunnen onze diensten Burgerzaken dit er wel bij nemen? Zijn deze medewerkers hiervoor wel voldoende geschoold? Moeten diensten burgerzaken dan geen extra juristen aanwerven om deze taken op te nemen?”
Het antwoord van de minister was op zich bemoedigend: ze gaf aan hierover in gesprek te gaan met minister Verlinden en dat ze het voorstel enkel zou goedkeuren als er middelen voorzien worden voor de lokale besturen en als ambtenaren hiervoor correct vergoed worden.
Elke erkenning voor de dienst Burgerzaken en voor de vele medewerkers die zich dagelijks inzetten, is uiteraard mooi meegenomen. Toch voelde deze discussie voor mij wat vreemd aan. Ik werk ondertussen bijna 20 jaar binnen het domein van Burgerzaken en in die jaren heb ik veel zien verschuiven richting onze dienst:
- De overheveling van bevoegdheden van de Dienst Vreemdelingenzaken naar het lokaal bestuur, waarbij wij steeds meer beslissingen mogen – of beter: moeten – nemen in dossiers.
- Complexere en talrijkere dossiers als gevolg van hervormingen binnen het Burgerlijk Wetboek: dubbele familienamen, onderzoeken naar schijnrelaties, geslachtswijzigingen, wijzigingen van voor- en familienaam, …
- Een steeds grotere rol voor het internationaal privaatrecht door de toename van mensen met een andere herkomst.
En zo kunnen we nog wel enkele evoluties opnoemen die de afgelopen jaren plaatsvonden. Bij geen van deze verschuivingen werd toen de vraag gesteld of onze lokale ambtenaren dit wel aankonden. Integendeel: buiten hier en daar een gerichte infosessie of opleiding – meestal georganiseerd door externe partijen – mochten we ermee aan de slag. En dan hopen dat we bij controles of inspecties geen al te negatief rapport kregen.
Maar nu dus wél. De registratie van echtscheidingen door ambtenaren van de dienst Burgerzaken doet nu plots – voor even- de vraag rijzen of wij daar wel klaar voor zijn. In het licht van eerdere, grotere veranderingen lijkt mij dit nochtans niet de meest ingrijpende evolutie. We hebben al voor hetere vuren gestaan, lijkt me. Zeker als het gaat over de registratie van een echtscheiding op basis van onderling akkoord, met heldere afspraken tussen de partners (op basis van wat momenteel bekend is).
Ik hoop dat in de toekomst de dienst burgerzaken vaker ter sprake komt – en dan vooral wanneer het gaat over de taken die wij dagdagelijks uitvoeren in een context waar wetgeving en de toepassing ervan steeds belangrijker én complexer wordt.
Ik hoop op meer erkenning voor het werk dat wij doen en de manier waarop we dat moeten doen. Er zijn weinig andere diensten binnen een lokaal bestuur waarvoor zo duidelijk is dat het om een kerntaak gaat. Dat moet geen debat zijn, dat is een feit.
Ik hoop dat politici -federaal, Vlaams én lokaal – die erkenning in de toekomst ook zullen tonen. En samen met hen de managementteams in de lokale besturen.
Tenslotte hoop ik dat bovenstaande ook wordt meegenomen in de lopende discussies over budgetten en acties binnen het meerjarenplan dat de komende zes jaar uit die plannen en budgetten een grotere waardering blijkt voor de dienst Burgerzaken.